BELEGGERSPROFIEL
Duurzaamheidsvoorkeuren
In de bepaling van het beleggersprofiel (analyse voor spaar- en beleggingsverzekeringen) wordt gevraagd naar uw duurzaamheidsvoorkeuren in het kader van een nieuwe Europese wetgeving1. Wij vragen dit omdat deze producten verschillende kenmerken kunnen hebben op vlak van duurzaamheid en ook in verschillende mate. Duurzaamheid dekt een grote lading, maar op vlak van sparen en beleggen peilen we naar uw voorkeuren over drie duurzaamheidskenmerken die we aanduiden met categorieën.
Categorie a: milieudoelstelling volgens gedetailleerde criteria.
Als u de eerste categorie aanduidt wenst u een verzekeringsproduct waarmee belegd wordt in een ecologisch duurzame belegging in de zin van de Taxonomy Verordening2. Dat betekent het volgende:
* er wordt belegd in economische activiteiten die substantieel bijdragen aan één of meerdere van de volgende milieudoelstellingen zonder ernstig afbreuk te doen aan de overige :
- De mitigatie van klimaatverandering;
- De adaptatie aan klimaatverandering;
- Het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;
- De transitie naar een circulaire economie;
- De preventie en bestrijding van verontreiniging;
- De bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.
* minimumgaranties, zoals bijvoorbeeld het internationaal statuut van de rechten van de mens en de fundamentele principes en rechten op het werk verkondigd door de Internationale Arbeidsorganisatie, worden in acht genomen.
* er is voldaan aan technische screeningscriteria.
Deze categorie betreft het milieu. De criteria zijn wettelijk gedetailleerd.
Voorbeelden zijn verbetering van de energie-efficiëntie, hergebruik en recycling van afval, duurzaam bodemgebruik en ‐beheer, etc.
Categorie b: algemener gedefinieerde milieudoelstelling en/of sociale doelstelling.
Als u de tweede categorie aanduidt wenst u een verzekeringsproduct waarmee belegd wordt in een duurzame belegging in de zin van de SFDR3. Dat betekent het volgende:
* er wordt belegd in economische activiteiten die bijdragen aan het bereiken van:
- één of meerdere milieudoelstellingen, met name een belegging die bijdraagt aan het efficiënt gebruik van hulpbronnen inzake energie, hernieuwbare energie, grondstoffen, water en land, voor de productie van afval, en broeikasgasemissies, en voor het effect op de biodiversiteit en de circulaire economie;
en/of - een of meerdere sociale doelstellingen, met name een belegging die bijdraagt aan de aanpak van ongelijkheid, of die de sociale samenhang, de sociale integratie en de arbeidsverhoudingen bevordert, of een belegging in economisch of sociaal achtergestelde gemeenschappen
* daarbij wordt geen ernstige afbreuk gedaan aan die doelstellingen.
* de ondernemingen waarin belegd wordt volgen praktijken van goed bestuur, zoals o.a. goede managementstructuren, correct tewerkstellings- en beloningsbeleid en naleving van de belastingwetgeving.
De focus ligt op zowel milieu als sociale aangelegenheden. De criteria zijn algemener gedefinieerd door de wetgever.
Categorie c: belangrijkste ongunstige effecten.
Als u de derde categorie aanduidt wenst u niet noodzakelijk dat er met uw verzekering wordt belegd in economische activiteiten die uitdrukkelijk bijdragen aan een milieu of sociale doelstelling. U wenst wel dat de beleggingsstrategie van uw verzekering een beleid heeft voor de belangrijkste ongunstige effecten die beleggingsbeslissingen kunnen hebben op duurzaamheidsfactoren.
Concreet kan een beleggingsbeleid bestaan uit het vermijden van belangrijkste ongunstige effecten op ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping.
Voorbeelden zijn het uitsluiten van investeringen in activiteiten waarin kinderarbeid wordt gebruikt, in activiteiten met negatieve gevolgen voor biodiversiteitsgevoelige gebieden, in activiteiten veroorzakende broeikasgasemissies, etc.
Minimumpercentage
Een product kan in verschillende mate duurzaamheidsaspecten bevatten. De mate waarmee een product duurzaamheidsaspecten heeft zal in de precontractuele documenten worden aangeduid door middel van een percentage, en dit vanaf 1 januari 2023.
Bij de bevraging naar uw duurzaamheidsvoorkeuren dient u het gewenste minimumpercentage van duurzaamheidsaspecten van uw verzekeringsproduct aan te geven voor categorie a en/of b.4
Het percentage van duurzaamheidsaspecten van het voorgestelde product dat beantwoordt aan uw duurzaamheidsvoorkeuren kan fluctueren in de toekomst. U zal hierover geïnformeerd worden via de jaarlijkse informatie of de periodieke geschiktheidsbeoordeling (indien van toepassing).
Voetnoten:
1 Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1257 van de Commissie van 21 april 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2017/2358 en Verordening (EU) 2017/2359 wat betreft de integratie van duurzaamheidsfactoren, -risico’s en -voorkeuren in de vereisten inzake producttoezicht en -governance voor verzekeringsondernemingen en verzekeringsdistributeurs en in de regels inzake bedrijfsvoering en beleggingsadvies voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten.
2 Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088.
3 Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector.
4 Er wordt aan u gevraagd om een uniek percentage op te geven voor de categorieën a en b. In de toekomst kan dit unieke percentage evolueren naar aparte percentages voor elke categorie, in functie van de informatie die beschikbaar zal zijn op de markt.